Naar een hoogfeest zoals Kerstmis of Pasen kunnen we lang uitkijken. Maar wie van ons kijkt verlangend uit naar het feest van de Drie-eenheid? Heeft het enige invloed op ons geloof en ons leven? In de oosterse kerken, vooral de Russische kerk, is dat anders. Het mysterie van de drie-ene God speelt daar een centrale rol. Ook in het gebed en het leven van alledag bij eenvoudige gelovigen. Ik las in het Nederlandse tijdschrift Kerugma een mooie legende uit de oosterse kerk in verband met de Drie-eenheid.

Drie eenvoudige monniken gingen op een onbewoond eiland een klooster stichten. Het waren natuurmensen. Ze hadden een primitieve boerderij. Ze konden lezen noch schrijven. Ook de meest bekende gebeden kenden ze niet. Dat kwam de bisschop ter ore en hij maakte zich zorgen over hun geestelijk leven. Hij charterde een boot en ging hen opzoeken. Met veel geduld besteedt hij een hele dag om hen te helpen het ‘Onze Vader’ van buiten te leren.

Met een goed gevoel vaart hij ‘s avonds terug. Hij geniet van de mooie avond op zee. Plots ziet hij tot zijn verbazing drie gestalten komen aanwandelen. Zomaar wandelend op het water! Toen ze dichterbij kwamen zag hij dat het de drie monniken waren. Ze klommen aan boord en vroegen: “Hoe was dat ook alweer, dat Onze Vader?” Vertwijfeld riep de bisschop uit: “Maar wat bidden jullie dan als monniken in godsnaam?” “Oh… gewoon”, zeiden ze. We zeggen: “God U bent met z’n Drieën, wij zijn ook met ons drieën, Heer ontferm U over ons.” Dat antwoord ontroerde de bisschop zozeer dat hij zei: “Ja, bidden jullie dat maar…want in dat korte gebed staat alles waarvoor we horen te bidden”.

Zoals bij God liefde wordt uitgewisseld en in hartelijke eenheid wordt beleefd, zo moeten we het ook nastreven. Onze God is geen eenzaat. Geen God alleen, die opgesloten in zichzelf leeft. Gods wezen is liefde, verbondenheid, relatie, uitwisseling.

Misschien kan het beeld van vader, moeder en kind ons helpen? Dat is ook een drie-eenheid. Liefde tussen man en vrouw die vruchtbaar wordt in het kind. Ouderliefde en wederliefde van het kind voor de ouders. Uitwisseling van onderlinge wederzijdse liefde. Drie en toch één. Eenheid in verscheidenheid.

In het boek Spreuken wordt zeer poëtisch de ‘Wijsheid Gods’, de Geest, bezongen. Als het troetelkind van de grote kunstenaar dat speelt voor zijn aangezicht. En die het een genot vindt om bij de mensen te zijn. God, de Vader, de grote Schepper. De verwekker van al wat leeft. De God die zich meedeelt. Die in liefde uitgaat. Die in heel zijn volheid leeft in Jezus, Zijn veelgeliefde Zoon. En die zich in ons hart uitstort. De H. Geest die ons bezielt.

Die drie monniken hadden gelijk met hun gebed. Ze vroegen om deel te mogen hebben aan het leven in de genadegave van God. Om opgenomen te mogen worden in die eenheid van Vader, Zoon en H. Geest. Als wij bewust en plechtig een kruisteken maken en hoofd, hart en schouders aanraken kunnen we als gelovigen ons geheel omgeven weten door de H. Drie-ene God. We kunnen beseffen dat ons leven niet is overgeleverd aan toeval of willekeur. Dat Gods leven-gevende genade ons gegeven wordt door de God van liefde.

Vgl. www.dominicanen.be